Literatuur
- Kruyskamp, C., Van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal. 's-Gravenhage (Nijhoff), 1970 9e druk. [2802 blz. (in 2 banden) ISBN -]. Hierin "I- Loket": blz. 1130 ("loket, o. (-ten), 2. raampje of raamvormige opening in een deur, muur enz. waardoor communicatie tussen twee ruimten mogelijk wordt; in 't bijz, bij openbare instellingen, vooral aan spoorwegstations: ik ga even een kaartje aan het loket halen. Loketje, o. (-s)" - dit is de relevante tekst volledig).
- Korevaar, A., & A. Bijls & M. Gout & L. Stijnen, Bouwkundige Encyclopedie. Tweede deel: L - Z. Amsterdam, Brussel (Elsevier), 1954. [691 blz. ISBN -]. Hierin "Loket", 1e betekenis: blz. 122-123